Juvenaat
In de tweede helft van 1926 werd gestart met de bouw van het juvenaat inopdracht van de Congregatie van Maria Onbevlekte Ontvangenis te Maastricht. Een vijftal broeders namen er hun intrek, ondanks het feit dat het gebouw verre van klaar was. Er zat nog geen glas in de ramen en er moest nog veel worden gemetseld. Uitbreiding vond plaats in 1929. Toen is de vleugel met de recreatiezaal, daarboven klas 2 en3 en daarboven de slaapzaal, gerealiseerd.
De Bezettingsjaren 1940 – 1945
In eerste instantie vorderde de bezetter een gedeelte van het Juvenaat, later het hele gebouw. Dit was in september 1942. Het zou onderdak gaan bieden aan ongeveer 400 jonge soldaten. De noodzakelijke verhuizing van de Juvenisten nam 10 dagen in beslag, geholpen door de inwoners van Zevenaar. Het gebouw werd in die periode ook gebruikt door de beruchte SS, die het gebouw gebruikte als gevangenis en voor verhoor en martelpraktijken. Later werden daar ook arbeiders voor de organisatie Todt gehuisvest.
Voor veelouderen van Zevenaar en omgeving heeft het pand aan de Babberichseweg tragische herinneringen. Op 30 maart 1945 is het Juvenaat zo goed als verlaten door de bezetter, en op3 april 1945 trekken de Canadezen Zevenaar binnen. Het Juvenaat werd een seminarie en later werd het een schippersinternaat. In juni 1955 verhuisde het schippersinternaat en werd het een ULO, en pas in 1965 werd het een vakschool zoals we die kenden, tot en met 1969. Ben je geïnteresseerd in de complete en uitgebreide geschiedenis van het Juvenaat? Dit is uitstekend beschreven in een uitgave getiteld: ”Juvenaat Zevenaar 1927 – 1997”. Een uitgave van de Cultuurhistorische Vereniging Zevenaar, geschreven door Gerrie A.J. Willemsen in 1997.
Op zondag 17 september 1944 is Hitlers Reichskommissar voor Nederland Arthur Seyss-Inquart in Zevenaar in het door de Duitsers gevorderde Juvenaat aan de Babberichseweg, dat dient als controlecentrum van de SS. In de tuin van het Juvenaat aanschouwt Seyss-Inquart op de eerste dag van de slag om Arnhem gespannen de armada van geallieerde vliegtuigen die overvliegt. Op deze dag regent het bovendien bommen op Duitse oliewagons bij station Zevenaar.
Organisatie Todt
Organisation Todt (O.T.) was een Duitse bouwmaatschappij in het nazi-Duitsland, genoemd naar de oprichter Fritz Todt. De organisatie werd in 1938 opgericht. Organisation Todt was een Duitse overheidsorganisatie en aanvankelijk onderdeel van het Duitse Ministerie voor Bewapening en Munitie. Na het uitbreken van de oorlog kreeg de organisatie steeds meer bevoegdheden. In het kader van “Bouwen aan een nieuw Duitsland” gaf ze leiding aan de bouw van de Atlantikwall. Op “vrijwillige basis” en in het kader van de Arbeitseinsatz werden arbeiders aan het werk gezet. Ze bouwden onder andere bunkers, kustversterkingen en wegen.
Spitters
Een andere vorm van Duitse mensenjacht was het zgn. spitten voor de vijand. Daaronder wordt verstaan de oproeping van Nederlandse burgers om, hetzij in de eigen gemeente, hetzij aan de uitgebreidere verdedigingslinies in Oost-Nederland, voor kortere of langere tijd mee te werken o.a. aan het graven van antitank grachten. Zelfs jongens van zestien jaar werden door de Duitsers gedwongen voor de ‘Organisation Todt’ te ‘spitten’ en verdedigingswerken aan te leggen. Er kwamen zo steeds meer dwangarbeiders. Er werd echter zodanig gewerkt, dat men altijd ‘voor het oog’ wel wat aan het doen was, maar niets opschoot.
Aan iedere spitter werd een arbeidskaart uitgereikt, die elke dag ‘s-morgens werd ingenomen en waarop de gewerkte dagen werden aangegeven. Tegen het einde van de werkdag werd deze arbeidskaart weer aan de arbeider teruggegeven. Vanuit het Juvenaat moesten veel dwangarbeiders helpen met het graven van loopgraven. Als eten stond er ”heel slappe koolsoep“ klaar, vanuit de gaarkeuken in de melkfabriek aan de Molenstraat. In september 1944 regende het granaten vanuit bevrijd gebied bij Millingen en was de gaarkeuken in de melkfabriek ook voor de soldaten.
In 1945, toen het Derde Rijk was gevallen, werd de organisatie Todt opgeheven.