Op 10 november 1939 sloeg de paniek toe onder de bevolking. ‘Die nacht zou de vijand komen’. De Duitsers zouden 11 november te baat nemen om tijdens de Eerste wereldoorlog geschonden eer te herstellen; die dag was namelijk de dag van de wapenstilstand in 1918. Enkele vrouwen hadden het overdat die nacht een bloedbad in Zevenaar aangericht zou worden. Op de Didamsestraat werd onder leiding van de plaatselijke veldwachter Van Uem ijlings een wegversperring, een linie gevormd met een stel boerenkarren. Er is een ontroerende foto van gemaakt, met lachende kinderen voor een wal van houten wielen die tanks zou moeten tegenhouden.De ‘Oswaldlinie’ werd genoemd naar de gelijknamige gemeentebode Oswald Scholte die in de buurt van de versperring woonde,
Veldwachter Van Uem leidde ook de luchtmacht in Zevenaar, die in eerste instantie uit gewone burgers bestond. Ze kwamen in een café bij elkaar. Later namen militairen de bewaking over.
Veel soldaten van de grensbewaking werden gelegerd in de oude school in de Wittenburgstraat in Zevenaar. De Duitse overval bleef die herfst uit. Later bleek dat Hitler november inderdaad had uitgekozen voor de inval op Nederland en België, maar de hele operatie werd afgeblazen omdat er slecht weer voorspeld was.
In 1944 is Oswald Scholten (hieronder, 1e van links) afgebeeld in zijn uniform van gemeentebode.
Het ‘Krengenhuis’ aan de Didamsestraat in Zevenaar.
Het Krengenhuis was een pand aan de Didamsestraat diende in de tweede wereldoorlog als kringhuis voor de NSB. In de volksmond werd dit al snel het Krengenhuis genoemd.
Dit pand is in Deventer in spiegelbeeld herbouwd.
De NSB (opgericht door Mussert in 1931) trok in de jaren dertig veel leden met de belofte dat het gedegenereerde Nederland herboren zou worden als een sterke natie. De aantrekkingskracht van de Beweging bleek echter tijdelijk. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog werden de overgebleven NSB’ers weggezet als een zielige verzameling opportunisten.De Beweging wilde een voorafspiegeling zijn van de solidaire en activistische gemeenschap van de toekomst en vergde van haar leden dan ook grote betrokkenheid. Belangrijke partijactiviteiten waren het colporteren met het partijweekblad Volk en Vaderland, het bijwonen van openbare vergaderingen en deelname aan de massale nationale partijdagen, de zogeheten Hagespraken.
Het partijleven leed onder de terugloop van het ledental vanaf begin 1936. Door de ermee gepaard gaande daling van de inkomsten moesten kringhuizen worden gesloten en lokale bladen opgeheven. De belangrijkste nevenorganisaties van de NSB, de paramilitaire Weerafdeling (WA) en de Nationale Jeugdstorm, leidden door wettelijke beperkingen een kwijnend bestaan en werden uiteindelijk ontbonden.
De Duitse bezetting en de bijbehorende protectie die de NSB genoot bracht enerzijds een toestroom van nieuwe leden met zich mee en een expansie van het partijapparaat met allerhande beroeps- en belangenorganisaties. Anderzijds werd het partijleven ondermijnd door het feit dat de mannelijke partijleden massaal in Duitse militaire dienst traden.
Toen begin september 1944 de bevrijding van Nederland aanstaande leek, vluchtten vele NSB’ers naar Duitsland en hield de Beweging in de praktijk op te bestaan.