Ga naar de inhoud

Synagoge

De Zevenaarse synagoge is op vrijdag 2 augustus 1918 aan de Grietsestraat in Zevenaar ingewijd. De sjoel had ongeveer een afmeting van 6×12,5 meter, met een voorplein van 6×6 meter Boven de deur was een Hebreeuwse tekst aangebracht.

De synagoge werd bij een Amerikaans bombardement op 8 februari 1945 getroffen en werd vervolgens kort na de bevrijding afgebroken.

Het toegangshek heeft een plaats gekregen bij een boerderij op de Zuiderlaan. Enige voorwerpen uit het interieur waren tijdig elders ondergebracht.

O.a. de Torarollen en rituele voorwerpen zijn naar Amsterdam overgebracht.

De Zevenaarse wetsrollen en een zilveren torakroon bevinden zich nu in het Joods Historisch Museum in Amsterdam. De synagoge in Arnhem heeft enige zilveren voorwerpen uit de Zevenaarse sjoel nog steeds in gebruik. In 1947 wordt de joodse gemeente van Zevenaar bij die van Arnhem gevoegd.

De Joodse gemeenschap van Zevenaar:

Op 10 april 1943 wordt een groot aantal Zevenaarse Joodse inwoners op last van de nazi’s weggevoerd. Weinigen realiseren zich dan nog de verschrikkingen die hen te wachten staan. Via Westerbork en Vught zijn zij naar Polen gedeporteerd. 32 joodse medeburgers zijn daar vervolgens omgekomen. De overigen wisten de bezettingsjaren te overleven door onder te duiken.

Enkele brieven die bewaard zijn gebleven in het Liemers Museum

Wieke Rosenberg gericht aan Van Uum, vanuit Vught 5 juni 1943. Hij schrijft:

‘Beste Vrienden, In groote haast enige woorden brief volg wel. Heb Jan Tomassen al geschreven. Ik ontvang net bericht van Dina Jansen en die schrijft dat jullie als u een pakje afgestuurd hebt eerst op bericht wachten alvorens weer af te sturen dat is verkeerd Ik heb bij toeval toch maar de kans om nu te schrijven als u dus geen bericht kreeg ontving ik niets meer. Stuur ook als u geen bericht van mij krijg u weet toch (op de adreskant gaat de tekst verder) wel zeg u dat tegen Jan Vink want het is mogelijk dat ik zoo niet schrijven kan meer ??? ??? arbeiders overgeplaatst werden. nou daag groeten allemaal Frans ook hem tot ziens brief volgt nog wel Wiek. Geef de inhoud door.’ Op de schrijfzijde van de kaart staat langs de kant nog het volgende geschreven: ‘stuur ook al ontvang u geen bericht Denk u dat ik er niet meer ben informeer dan den Joodsche Raad’.

Brief van Alie Rosenberg gericht aan J. van Uum vanuit Vught mei 1943. Ze schrijft:

‘Beste Papa van Uum, Even een teken van leven van mijn laten gegeven. Hoe gaat het met jullie. Met mijn goed. We zijn hier nu aI vier weken in Vught, waar blijft de tijd. Ik heb geen stofkam meer! Jullie mogen pakjes sturen naar Barak 31 A daar ben ik. Het brood was lekker, bedankt nog ervoor. Heeft Lamers mijn brief ontvangen. Doe de buurt de groeten. Heb Geerman ook eens geschreven is die overgekomen. Schrijf dan eens terug allemaal. Doe je dat. Is het in de buurt stil of hebben jullie kennissen gekregen. Bloeien de bomen al. Hoe gaat het met fok en de kat die bij Weg is, nu Moe was pas 11 mei jarig geweest zonder ons. Nu luidjes ik ga eindigen. Ik verveel mij niet hoor. Ik ben in Barrak 31 A hoor. Is Jan nog in Hooghalen. Nu hou jullie taai. Daag Alie Rosenberg’.

De ouders van Wieke, slager David Rosenberg en Julia van Gelder en hun 12-jarige broertje Josepj (Jopie), zijn op 14 mei 1943 omgebracht in Sobibor (Polen), Wieke en zijn zus Alie op 9 juli.

Het verhaal van Phili Herschel

Op het Liemers college hebben drie studenten in 2019 een profielwerkstuk gedaan voor school over een Joods meisje die in 1939 is geboren en de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt. Zij hebben Phili gesproken en haar geïnterviewd.

Dit is hun verhaal.

Phili is op 7 maart in 1939 geboren in het plaatsje Jutphaas. Zij is niet lang samen met haar ouders geweest. Het werd erg gevaarlijk voor haar en haar ouders in Nederland. Dus zij moesten gaan onderduiken, Phili kon terecht bij haar oma die Zevenaar woonde. In 1942 zijn Phili’s ouders helaas opgepakt en gedeporteerd naar het vernietigingskamp Sobibor. Daar zijn ze op 4 juni 1942 vergast.

Het is niet bekend wanneer, aangezien Phili nog maar een kind was en zich niet alles in detail kan herinneren, moest Phili op een andere plaats onderduiken. Daar is zij verraden voor 10 gulden en kwam zij eerst terecht in de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam. Na enige tijd was het voor haar en vele andere kinderen de bedoeling dat zij met de trein gedeporteerd zouden worden naar Auschwitz. Maar terwijl Phili en de rest van de kinderen onder begeleiding naar het treinstation in Amsterdam gingen, werd Phili gered uit de rij. Zij heeft daarna ondergedoken gezeten in Haarlem.

Phili heeft na de oorlog voor een korte tijd weer bij haar oma in Zevenaar gewoond, totdat de stichting Oorlogspleegkinderen besloot dat haar oma te oud was om voor zo’n jong kind te zorgen. Ze heeft toen, totdat ze oud genoeg was om op eigen benen te staan, gewoond bij verschillende pleeggezinnen. Op haar zeventiende is ze getrouwd en verhuisd naar Zwitserland. Met haar man, die inmiddels is overleden, heeft ze twee zoons gekregen.

Zevenaar dinsdag 3 april 1945:

Daar zijn der Tommies! Vrij Zevenaar viert feest. Het is rond 9.00 uur in de morgen. De 2e wereldoorlog is voor Zevenaar afgelopen. In de stad heerst een opwindende sfeer. Bij het Juvenaat staat een Canadese tank met daar omheen hossende mensen met oranje vlaggen en strikken. Ze praten met de Canadezen, hun bevrijders. Ze juichen ze toe. Het Zevenaarse dialect en de Engelse taal hebben niets gemeen en toch verstaan de Zevenaarders en de Canadezen elkaar. Kinderen vragen naar vlaggetjes, chocolade en toffee. Ze krijgen wat ze willen en ouderen nemen sigaretten in ontvangst. Een Canadese soldaat heeft een donkere huidskleur. Hij wordt aangestaard. Hij is een ware bezienswaardigheid en bovendien een bevrijder. Steeds meer mensen komen op straat. In groepjes staan ze bij elkaar en praten over de lang verwachte bevrijdingsdag. Onderduikers komen uit hun schuilplaatsen. waaronder mannen die weigerden om in Duitsland te gaan werken, spoorwegpersoneel en ambtenaren. In het Babberichse bos komen jonge mannen uit hun ondergrondse kamers. De Joodse familie Rosenberg kan zich na meer dan 2 jaar weer vrij op straat bewegen. De NSB’ers worden daarentegen zo spoedig mogelijk opgepakt.